Trude de Jong

10 Jaar en ouder

Dossier mama verliefd

Hoe het allemaal begon: we zaten aan tafel. Vriendin Jolanda was op bezoek geweest met haar aardige vriend. We waren weer alleen. Mama staarde naar de stoel waar papa altijd zat. Ik zag haar denken: ik wil ook een vriend.
Ze zei niets, maar ik zag dat ze in de krant naar de contactadvertenties keek.
Op de computer bekeek ze de datingsites.
Toen werd er weer een oude pot opgegraven en ze vergat de vriend. Maar ik dacht erover na. Wilde ik wel een man over de vloer? We hadden het toch goed met z’n tweeën?
De pot stond afgestoft in een glazen kast in het museum te pronken, en vriendin Jolanda was weer langsgeweest met haar aardige vriend. Het was dus geen verrassing toen mama  zei: ‘Ik zou wel weer een man willen hebben, maar wat vind jij daarvan?’
‘Voor mij hoeft het niet.’
‘Ik kan toch niet mijn hele leven alleen blijven?’
‘Ik ben er toch? En je bent al stokoud. Niemand wil je.’
‘Nou, bedankt!’
‘We hebben toch niemand nodig?’
‘Ik mis een vriend. Iemand om mee te  praten…’
‘Dat kan je met mij toch ook!’
‘En iemand die met ons naar de Efteling gaat…’
‘Ik ben te groot voor pretparken.’
‘Straks ga jij het huis uit, Rosa, en dan blijf ik helemaal alleen achter. Nog veel stokouder dan ik nu al ben.’
‘Dan zoek je toch een oude man als ik weg ben?’
‘Rosa, of je het nou leuk vindt of niet, ik ga op zoek naar een vriend. Ik neem alleen een man die jij ook ziet zitten.’
‘Vinderniksaan!’Ik probeerde tranen te voorschijn te persen, maar mama zei: ‘Stel je niet zo aan.’
'Ik ben het er niet mee eens!' Ik sloeg de deur van de woonkamer zo hard ik kon dicht.
Maar mama kwam me niet achterna.
Ze belde gewoon een kennismakingsbureau. Alsof ik er niet toe deed!
Dat hoorde ik toevallig, en daarom wist ik wie er langs zou komen. Dus zat ik nu op de trap.

Lastig

(fragment)

LastigLea vouwde de pyjama van Ronnie op en legde hem in de grote koffer bij de andere kleren. Ze lagen er keurig gestreken en gevouwen bij alsof ze zo uit de winkel kwamen.
Lea streek over de pyjama. Zou mama zien hoe ze haar best had gedaan?
'Neem die grote koffer maar,' had mama gezegd. 'We gaan toch met de auto, dus we kunnen een hoop meenemen.'
Maar ze zouden toch niet zo lang weg blijven?
Lea had de koffer van zolder gehaald en in Ronnies kamer gezet. Ronnie zat op de grond met zijn trein te spelen. 'Tuuttuut!' Hij gaf het treintje zo'n duw dat het van de rails afschoot.
Lea raapte het op en zette het terug. 'Tuuttuut!'
'Waarom ben je aan het spelen?' Mama stond plotseling in de kamer. 'Er is meer dan genoeg te doen.'

'De koffer is bijna vol en ik wist niet of ik zijn rode trui erin moest stoppen want die is een beetje te klein,' zei Lea ademloos.
Mama graaide in de koffer, zodat alles schots en scheef door elkaar kwam te liggen.
'Veel te weinig ondergoed en sokken. Je vergeet de helft in te pakken. Waar zit je verstand?'
'Het spijt me.'
'Je doet je naam eer aan.'
Aan haar lach zag Lea dat mama iets naars ging zeggen.
'Jouw opa vond het een mooie naam, Lea. Uit het Oude Testament. Dus hebben we je zo genoemd. Maar weet je wat die naam betekent?'
Lea schudde haar hoofd.
'Koe. En dat is precies wat je bent, een stomme koe.'
Mama draaide zich om en liep haar slaapkamer in.
'Stomme koe!' zei Ronnie.
Hij leek ineens op papa, met die neus. En die neus leek wel groter te worden, en zijn mond veranderde in de pruilmond van mama. Lea hield haar adem in. Haar hoofd duizelde.
Met grote stappen liep ze naar Ronnie toe. Ze pakte hem bij zijn schouders en schudde hem door elkaar. Zijn hoofd schokte heen en weer. Ze wist dat ze moest stoppen, maar ze kon niet ophouden met hem door elkaar te rammelen.
Ronnie schreeuwde: 'Mama!'
Lea liet hem los. Ze stond net bij de koffer toen mama binnenkwam.
Ronnie huilde.
'Wat is er gebeurd?'vroeg mama.
Lea haalde haar schouders op. 'Ik weet het niet.'
'Hij huilt toch niet zomaar?'
'Zijn treintje is kwijt of zo.' Haar stem klonk onverschillig.
Mama pakte Ronnie op. Hij drukte zijn hoofd tegen haar schouder en snikte.
'Wat is er dan, schatje?'vroeg mama.
Ronnie zei niets.
'Niet huilen, liefje. Mama heeft wat lekkers voor je.'
Mama liep met hem de kamer uit. Ronnie keek niet om naar zijn zus.
Wat heb ik gedaan? Ik stik! Gebogen stond Lea over de koffer en ademde snel in en uit.

Een verboden kind

(geïllustreerd door Charlotte Dematons)
Een verboden kindDit boek dat gaat over Erika Bos, die met haar moeder en haar tante in Den Haag woont. Het speelt zich af in de jaren vijftig, zo'n tien jaar na de bevrijding. Erika's vader is in de oorlog gestorven, nog vóór haar geboorte. Dat is alles wat Erika te horen heeft gekregen. Verder wordt er niet over hem gepraat. Maar waarom wordt Erica gepest op school? Waarom wil niemand met haar spelen? Erika voelt dat haar moeder en tante iets voor haar verborgen houden, maar ze heeft geen idee wat dat kan zijn. Tot ze op een dag brieven en foto's ontdekt, die verstopt zitten in een vaas…

"Ze zaten samen aan tafel, allebei met een bergje sperziebonen op een krant voor zich.
Tussen hen in stond een pan met water, waarin ze de afgehaalde bonen gooiden.
'Wat ben je stil, 'zei moeder. 'Is er wat?' Erica schudde haar hoofd. 'Het lijkt wel of je iets voor me verbergt.' Plons! zeiden de bonen. 'Op school iets gebeurd?'
'Nee moeder.'
'Op straat dan?'
'Nee.' Erica hief haar hoofd op. Door de glazen schuifdeuren zag ze de blauwe vaas staan. Moeder keek van Erica naar de vaas en van de vaas naar Erica. Met het mesje in haar hand wees ze naar haar dochter.
'Wat heb je uitgehaald?!' Ze gaat me vermoorden, dacht Erica.
'Niets, moeder!'
'Heb je aan die vaas gezeten?'
'Ik heb niks gezien! Echt niet!'
'Kijk me aan!' Moeders ogen waren zwart als ijs. 'Lieg niet tegen me!'
'Ik kon die brieven tóch niet lezen!' Moeder gooide het mesje op tafel.
'Nu komt de aap uit de mouw! Achterbaks kind!'
'U heeft die foto's verstopt, niet ik!'
'Hou je grote mond dicht!'
'Wie is die man?' Erica begreep zelf niet waar ze de moed vandaan haalde.
'Dat gaat je niks aan!'
'Ik vraag het wel aan tante!'
'Die vertelt je toch niets!' Moeder lachte schamper.
'Jullie vertellen me nooit wat!' riep Erica. 'Maar ik weet het lekker wel!'
Nu lachte moeder niet meer. 'Wat weet je dan?'
'Dat die mof mijn vader is!' Erica verwachtte dat haar moeder razend zou worden, op zou staan en haar een geweldige klap zou verkopen. Ze hield haar arm beschermend voor haar gezicht. Maar het bleef stil.
Toen ze op durfde kijken zat moeder nog aan tafel. Ze had haar gezicht in haar handen verborgen.
'Moeder? Het spijt me,' fluisterde Erica.
Haar moeder zweeg 'Ik weet niet waarom ik dat zei. Zal ik naar mijn kamer gaan?' 'Wacht,' zei haar moeder. Haar stem klonk niet boos meer. Erica wist wat ze ging zeggen. Ze wilde weglopen naar haar kamer, waar ze die woorden niet kon horen. 'Die Duitser is je vader.'
Erica keek de achtertuin in. Een grijs gestreepte kat liep over de schutting. Als hij viel was het waar.
'Erica?' De kat bereikte zonder vallen de overkant, en toch was het waar. 'Ik wou het je vertellen als je ouder was,' zei haar moeder. 'Dan zou je het beter begrijpen.'
'U loog tegen me,' zei Erica met een rare stem. 'U zei dat hij Johan heette. Dat hij doodging voordat ik geboren werd.'
'Ernst is dood, Erica. Gesneuveld in de oorlog.'
'Dat is niet waar!'
'Schreeuw niet zo, denk aan de buren. Zeg nooit tegen iemand dat je vader een Duitser was. De mensen haten moffen.'
'Weet buurvrouw Vink het?'
'De hele straat weet het. Daarom behandelen ze ons als oud vuil. Niks van aantrekken!'

Moeder ging door met bonen afhalen. Haar lippen waren stijf opeengeperst. Geen woord over die schandelijke vader lieten ze meer door. Ver weg in de achtertuin van de buren hoorde Erica kinderen lachen en roepen..."